In deze bijdrage wil ik de aandacht vestigen op bepaalde archiefstukken, die de resultaten van het archeologisch onderzoek kunnen aanvullen. Niet zozeer oorkonden en kronieken als wel rekeningen van steden, kloosters en Godshuizen bevatten een zeer gevariëerd scala aan gegevens van datgene, wat men at en dronk, hoe men zich kleedde, hoe men mensen en goederen vervoerde, hoe en waarmee men bouwde en zelfs, zij het in mindere mate, hoe men zich vermaakte en hoe men stierf en begraven werd, kortom gegevens over de materiële cultuur. Voor de 14e eeuw beschikken we voor Den Bosch niet over rekeningen, voor de 15e eeuw zijn de rekeningen en aanverwante documenten van het toen belangrijkste Godshuis, het Geefhuis, vanaf ca. 1435 bewaard gebleven. De serie stadsrekeningen vangt pas aan in 1496, de archieven van de talrijke middeleeuwse kloosters zijn grotendeels verloren gegaan. Als voorbeeld koos ik voor het gebruik van bouwkeramiek (bakstenen, dakpannen, daktegels, plavuizen, haardstenen enz.). Bij het archeologisch onderzoek wordt dit artikel immers om de haverklap aangetroffen. Doel is vooral te signaleren; de lezer verwachte geen uitputtende verhandeling noch een zuiver wetenschappelijk betoog gelardeerd met voetnoten. Alle gegevens tenzij anders vermeld zijn geput uit de rekeningen en manualen van het Geefhuis. De onderzochte periode loopt van 1435 tot en met 1525. | 1 |
1986 |
A.C.M. KappelhofBouwkeramiek rond 's-Hertogenbosch (1435-1525)Gemeentelijk Oudheidkundig Bodemonderzoek 's-Hertogenbosch (GOBH) | 's-Hertogenbosch 1986 |